Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes dragen

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
aushalten
;
austragen
(voeren; voorhebben)
🔗 Kun je lopen of moet ik je dragen?
(ondersteunen; schoren; schragen; steunen)
stemmen
;
unterhalten
;
unterstützen
(aanhebben)
darauf sein
;
anhaben
;
umhaben
;
aufhaben
;
🔗 Waarom draagt u dan handschoenen?
🔗 Ik draag je naar bed.
🔗 Ze gaan een eigen leven leiden en moeten zelf de gevolgen dragen van hun daden.
(bij zich hebben)
🔗 Ik draag geen horloge.
(aanbrengen; brengen); ;
eintragen
;
heranbringen
;
überbringen
🔗 In het zwart gehulde bedienden droegen gekoelde wijn aan.
(contribueren)
beitragen
;
beisteuern
;
mitarbeiten
🔗 Ze reageerde enigszins uit de hoogte en vroeg me wat ik dan dacht bij te dragen aan onze verbintenis.
beisteuern
(brancard)
Tragbahre
;
Trage
🔗 Arflane en Manfred Rorsefne bukten zich om Ulsenns draagbaar op te pakken en volgden Ulrica Ulsenn het studeervertrek binnen.
(brancard; draagbaar)
Tragbahre
;
Trage
🔗 Breng de draagberrie mee.
(juk)
Schulterjoch
;
Wagebalken
(palankijn)
Palankin
🔗 Om een uur of negen werd zijn geduld beloond door het naderen van een draagkoets.
(bereik; draagwijdte)
Reichweite
🔗 Ik ben mij volkomen bewust van de draagkracht van deze vreemde woorden.
(amfoor; amfora; kruik);
Palankin
🔗 Nee, laat hem in mijn draagstoel zetten.
(schootsafstand; dracht)
(bereik; draagkracht)
Reichweite
;
🔗 Heer Ollie volgde hem hijgend onder het gewicht van de ijzeren kogel, die hij met grote weerzin meedroeg.
(opdracht geven; belasten)
beauftragen
;
betrauen
;
einen Auftrag erteilen
;
übertragen
;
übergeben
🔗 Daarom draag ik jou deze taak op.
(celebreren; vieren)
zelebrieren
;
festlich begehen
;
(afdragen; afgeven; overbrengen; overgeven; doorgeven);
aushändigen
;
einhändigen
;
herreichen
;
überliefern
; ;
überreichen
;
fortbringen
;
wegtragen
forporti
(doorstaan; dulden; uithouden; uitstaan; volhouden)
aushalten
;
ausstehen
;
ertragen
🔗 De afschuwelijke stank en bijtende rook van het natte hout waren al even moeilijk te verdragen als de muskieten.
(dulden; gedogen; lijden; toelaten; tolereren; velen);
🔗 Maar als je niet praat, is het misschien te verdragen.
(opzeggen; reciteren)
vortragen
;
hersagen
;
aufsagen
reciti
;
fortbringen
;
wegtragen
forporti