Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word voorrecht
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(privilege) | ||
🔗 Bovendien is het ’n voorrecht te mogen sterven in dienst van je meester! | ||
(prerogatief) | prerogative | |
privilege | privilegii | |
(belasting) | tax ; ; levy | |
🔗 Wat geeft jou het recht je hierin te mengen? | ||
🔗 Op die lange rechte brug was het natuurlijk onmogelijk om erachteraan te gaan en daarom gokte Arglistig dat ze inderdaad de brug over zouden gaan. | ||
(billijkheid; gerechtigheid; rechtvaardigheid) | justice | |
🔗 U vragen wij thans om recht. | ||
(echt; wel) | ; ; ; ; ; ; ; | |
🔗 Er heerst een opgewekte, recht prettige sfeer over heel het schip. | ||
(direct; linea recta; overeind; rechtop; rechtstreeks; regelrecht) | directly ; ; ; | |
🔗 De koning ging wat rechter staan. | ||
(net; direct) | ||
🔗 Recht voor mijn neus schijt een duif op mijn pas geschrobde dakterras. | ||
(aan; bij; naar; op; tegen; tot; naar … toe) | ; ; ; ; | |
🔗 Het publiek voelde veel sympathie voor haar. | ||
(geleden) | ; ; ; ; | |
🔗 Dat was een schot voor open doel. | ||
(aleer; alvorens; eer; vooraleer; voordat) | ; previous to | |
🔗 Denk dus wel na vóór u begint. | ||
(aan; door; met; om; uit; van; vanwege; wegens) | ; ; ; ; | |
🔗 Moet ik dan betalen voor mijn goede daden? | ||
(groef; rimpel; vore) | furrow | |
🔗 Het zaad ligt in de voren, de oogst zal ongetwijfeld mooi zijn. | ||
(aan; jegens; met; om; op; te; tot; bij) | ; ; | |
🔗 In 2020 ging het land ook al bankroet, voor de tweede keer in nog geen twintig jaar. | ||
(om; op; ten behoeve van; ter wille van) | ; | |
🔗 Kun jij die voor ons krijgen? | ||
(binnen; tot; tot aan; naar; tot op) | ||
(aan; jegens; met; tegen; tegenover; op) | ; | |
🔗 En niemand is er immuun voor. | ||
(aan; in; met; naar; omtrent; op; over; van) | ; ; | |
🔗 Maak een uitzondering voor hoogopgeleiden. |
Dutch | English |
---|---|
voorrecht | ⇆ advantage; ⇆ charter; ⇆ prerogative; ⇆ privilege |
bevoorrechten | ⇆ privilege; ⇆ favour |
recht | ⇆ claim; ⇆ direct; ⇆ directly; ⇆ duty; ⇆ erect; ⇆ justice; ⇆ law; ⇆ reason; ⇆ right; ⇆ straight; ⇆ upright; ⇆ warrant; ⇆ square; ⇆ title; ⇆ true; ⇆ just; ⇆ rightly; ⇆ quite; ⇆ poundage; ⇆ custom; ⇆ fee |
voor | ⇆ afore; ⇆ ahead; ⇆ ahead of; ⇆ at; ⇆ before; ⇆ by; ⇆ chase; ⇆ ere; ⇆ for; ⇆ furrow; ⇆ in advance of; ⇆ in consideration of; ⇆ in return for; ⇆ in the case of; ⇆ previous to; ⇆ prior to; ⇆ pro; ⇆ to; ⇆ toward; ⇆ towards; ⇆ unto; ⇆ this side of; ⇆ in front of; ⇆ in the way of; ⇆ off; ⇆ ago; ⇆ from; ⇆ in favour of; ⇆ in the cause of; ⇆ in; ⇆ in front; ⇆ fast |