Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vals spelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
trompludi
🔗 Als er iets was waarmee je het steeds weer van hem won, dan moest je wel vals spelen.
(doen; optreden; vertonen); ;
(uitvoeren);
enact
🔗 Ik had die dag met het idee gespeeld er een eind aan te maken.
🔗 Dit is niet een plaats om te spelen.
(vertolken)
🔗 „En ik”, zei Gurth, „heb voor een Saksische varkenshoeder de rol van Normandisch schildknaap niet slecht gespeeld.”
ludi la rolon de
(bedrieglijk; dubbelhartig; loos; onwaar); ; ; ;
🔗 Jij denkt dat die bekentenis vals is?
(onécht)
(boosaardig; kwaadaardig; snood)
(onwaar)
mendacious

DutchEnglish
vals spelen cheat; play out of tune
spelen act; be at play; disport; do; enact; gamble; game; perform; play; play out; render; toy; trifle; twiddle; sport; touch; play the part of
vals snaky; bad; base; bent; bogus; brum; brummagem; counterfeit; double‐hearted; dud; erroneous; erroneously; fake; fallacious; false; false‐hearted; fictional; fictitious; foul; guileful; hollow; inharmonious; mean; off key; off‐key; perfidious; phoney; pseudo; vicious; spurious; serpentine; sham; supposititious; out of tune; viperish; forged; treacherous; falsely; viciously