Information about the word snood (Dutch → Esperanto: malica)

Synonyms: boosaardig, hatelijk, kwaadaardig, te kwader trouw, vals

Part of speechadjective
Pronunciation/snot/
Hyphenationsnood

Degrees of comparison

Positivesnood
Comparativesnoder
Superlativesnoodst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativesnoodsnoder(het) snoodst, (het) snoodste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralsnodesnoderesnoodste
Indefinite singularsnoodsnodersnoodst
Pluralsnodesnoderesnoodste
Definitesnodesnoderesnoodste
Partitivesnoodssnoders 

Usage samples

Uw snode neef Gys staat nu het dichtst bij de koning en de hertog van Bas‐Tyra en ik kunnen elkaar niet luchten of zien.

Translations

Catalanmaliciós; pervers
Englishwicked; nefarious
Esperantomalica
Finnishilkeä
Frenchméchant; perfide
Germanarg; arglistig; boshaft; hämisch; tückisch; heimtückisch
Polishzłośliwy
Portuguesemalicioso; malvado; perverso
Saterland Frisianfielainich; gnaarich; luurich; luursk
Spanishmalévolo; malicioso; maligno
West Frisianglûpsk