Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word speelbank

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Ik sta rood bij de bank.
;
🔗 Hij heeft me een bank aangeboden in de gelagkamer.
(zandbank)
(werkbank)
🔗 De deur van de bank ging open en de heren verdwenen naar binnen.
(doen; optreden; vertonen); ;
(uitvoeren);
enact
🔗 Ik had die dag met het idee gespeeld er een eind aan te maken.
🔗 Dit is niet een plaats om te spelen.
(vertolken)
🔗 „En ik”, zei Gurth, „heb voor een Saksische varkenshoeder de rol van Normandisch schildknaap niet slecht gespeeld.”
ludi la rolon de

DutchEnglish
speelbank casino; gambling‐house; gaming‐house
bank bank; bench; desk; form; seat; settee; couch; pew
spelen act; be at play; disport; do; enact; gamble; game; perform; play; play out; render; toy; trifle; twiddle; sport; touch; play the part of