Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word overprikkelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(na);
🔗 Over een uur vallen we aan.
(voort; uit); ; ; ; ;
(boven; meer dan; boven de); ;
(aan; aangaande; betreffende; in; met; naar; omtrent; op; van; voor; inzake); ; ; ;
🔗 Hebt u vragen over deze brief?
left
;
left over
;
remaining
🔗 Voor mij bleek er dan niet veel eetbaars meer over te zijn.
(aan; boven); ;
🔗 De zon vlamde over de zee.
(aan de overkant van; over … heen); ;
🔗 Nadenkend tuurde Conan over de zee.
(afgelopen; verleden; voorbij; achter de rug);
🔗 De oefening is over.
(aanporren; aansporen; aanvuren; stimuleren)
rouse
;
🔗 De brief prikkelde de nieuwsgierigheid van de ingenieur in hoge mate.
(de sporen geven)
sproni
(irriteren)
irritate
(aanstoken; ophitsen; opstoken; opjutten);
incite
;
provoke
;
rouse
; ; ;
irritate
🔗 Deze woorden prikkelden de reiziger.

DutchEnglish
overprikkelen over‐excite
over about; across; along; at; beyond; by; in; o’er; on; over; past; via; on the subject of; by way of; on top of; above; upwards of; from now; with
overprikkeling over‐excitement
prikkelen antagonize; arouse; exacerbate; exasperate; excite; fret; goad; incite; irritate; pique; prick; pricking; prickle; provoke; stimulate; tingle; titillate; whet; rouse; stretch; tickle; spur on