Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word omspóélen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(uitwassen; wassen)
(afspoelen; spoelen)
rinse
(aan; met; op; te; tot; voor; bij);
🔗 Dan verwacht ik jullie om zeven uur.
(aan; door; met; omwille van; uit; uit hoofde van; van; vanwege; voor; wegens); ;
on account of
;
🔗 Ze lachte om die vreselijke opmerking.
(op; ten behoeve van; teneinde; voor);
🔗 Anderen vluchtten en schreeuwden om hulp.
(omstreeks; aan; rond; rondom; tegen; om … heen);
🔗 Toen hij om de struiken liep, zag hij mij.
;
reel
(afspoelen; ómspoelen)
rinse
(doorspoelen)
tralavi

DutchEnglish
ómspoelen rinse; rinse out; wash; wash up
omspóélen wash; bathe
om about; around; at; because of; for; on; on account of; out; round; up; out of the way; in order to
spoelen sluice; rinse; spool; swill; wash; wash down; wash up