Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word omrijden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(omverrijden)
run into
(aan; met; op; te; tot; voor; bij);
🔗 Dan verwacht ik jullie om zeven uur.
(aan; door; met; omwille van; uit; uit hoofde van; van; vanwege; voor; wegens); ;
on account of
;
🔗 Ze lachte om die vreselijke opmerking.
(op; ten behoeve van; teneinde; voor);
🔗 Anderen vluchtten en schreeuwden om hulp.
(omstreeks; aan; rond; rondom; tegen; om … heen);
🔗 Toen hij om de struiken liep, zag hij mij.
🔗 Langzaam reden wij langs het water verder.
(gaan; karren); ;
🔗 Ik zou niet graag in dat oude wagentje rijden dat u daar hebt!
(chaufferen; vervoeren)
🔗 Daarna kan ik jou naar het vliegveld rijden.
🔗 De volgende morgen immers zou er een tocht worden gereden van Haarlem naar Hoorn en van Hoorn weer terug naar Haarlem, samen een goede 120 km.
(rijtoer)
riding
🔗 Ik zag ze toen ik uit rijden was.

DutchEnglish
omrijden knock over; make a detour; ride down; take a roundabout route
om about; around; at; because of; for; on; on account of; out; round; up; out of the way; in order to
rijden do; drive; driving; ride; riding; roll; run; travel; wheel; move; pull