Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lidmaat

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(lid)
(lid)
🔗 Toen richtte hij zich langzaam op en betastte zijn ledematen.
(lidmaat)
🔗 Wie was het derde lid van je groep?
(genoot);
🔗 Turkije heeft Israël eerder gewaarschuwd voor „ernstige gevolgen” als het land probeert leden van Ḥamās op te sporen die in Turkije wonen.
(term)
🔗 Ook komt het voor dat we beide leden trachten te herleiden tot dezelfde eenvoudiger vorm.
(lidmaat)
🔗 Het water is diep, en donker en koud, en nu al amuseren onbekende creaturen zich met mijn lid.
🔗 Zoals jullie je misschien herinneren, ben ik vanaf het begin tegen zijn lidmaatschap geweest, en nou beginnen de problemen al.
🔗 Maandag is ook bij het hoofdkwartier van de NAVO in Brussel een ceremonie voor het Zweedse lidmaatschap.
(kameraad; kornuit; makker; gabber);
companion
;
🔗 En u wilt niet zeggen wie uw maat is?
(gezel; kameraad; kornuit; makker; metgezel; partner)
companion
; ;
🔗 Gerrit had wel gemerkt dat zijn oom even aarzelde voordat hij zij dat zijn maats wel te vertrouwen waren, maar hij zei niets.
(grootte; mate)
measure
;
measurement
;

DutchEnglish
lidmaat member
lid fellow; lid; limb; member; phalanx; paragraph; term; joint; degree; generation; penis
lidmaatschap fellowship; membership
maat admeasurement; beat; buddy; fellow; fitting; gauge; mate; maty; measure; measurement; moderation; number; partner; tempo; workmate; scantling; size; time; bar; metre; comrade; companion; yoke‐fellow