Information about the word kameraad (Dutch → Esperanto: kamarado)

Synonyms: kompaan, kornuit, maat, makker, gabber

Part of speechcommon noun
Pronunciation/kaməˈrat/
Hyphenationka·me·raad
Gendermasculine
Pluralkameraden

Usage samples

Het is een kameraad van me.
Gelukkig had hij Spaans gesproken, anders was hij waarschijnlijk bij zijn kameraad in de kelder terechtgekomen.

Translations

Afrikaansmaat; pêl
Catalancamarada
Czechdruh; kamarád
Danishkammerat
Englishbuddy; companion; comrade; pal
Esperantokamarado; kompano
Faeroesefelagi; lagsbróðir
Frenchcamarade
GermanGenosse; Kamerad; Gefährte
Papiamentokompai; kompañero
Portuguesecamarada; companheiro
Russianтоварищ
Saterland FrisianGenosse; Kamroad; Moat
Spanishcamarada
Swedishkamrat; kompis
West Frisiankammeraat