Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hoofdweg

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(heerbaan)
major road
🔗 „Dick,” zei ze toen hij over het hek stapte en ze naast elkaar naar de hoofdweg liepen, „wat moet ik eraan doen?”
(heerbaan; straatweg)
high road
(kop)
🔗 De dokter schudde het hoofd.
(rubriek)
heading
(opschrift)
superscription
;
inscription
(aanvoerder; baas; chef; hoofdman; leider); ;
🔗 Hoe lang is meneer Price al het hoofd van de bibliotheek?
(baan)
🔗 Je kan hem overal verloren hebben op de weg.
(heen; voort; verwijderd; henen; uit);
;
; ; ;
pathway
;
🔗 President Trump baande zich een weg naar de kerk.
;
🔗 Er was geen weg terug.
(route)
🔗 Hij vroeg de weg naar Lyon.

DutchEnglish
hoofdweg high road; main drag; main road; main route; trunk‐road; turnpike; turnpike road
hoofd chief; chieftain; crown; don; executive; forewoman; head; heading; headline; master; mistress; noddle; principal; warden; top; loaf; knob; nut; leader; headlines
weg avaunt; avenue; away; course; done for; gone; haul; inlet; lost; off; out; path; pathway; road; way; track; route; tract; out of the way