English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word away

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(far; forth; off; yonder; afar);
voort
;
(off);
🔗 The Ukraine’s capital Kyiv is approximately 94 km (58 miles) away from Myronivka.
(dismiss)
(liquidate; make disappear; delete; scrap; eliminate); ; ;
🔗 It demonstrates how difficult it is to do away with what is a popular policy, even for president Tinubu who has often boasted of having the will to carry out difficult decisions.
(escape; flee);
🔗 Do you really want to get away, sheepherder?
🔗 And each time he got away with murder, we met a new Putin—more brutal at home and more audacious abroad.
eskapi ĝin senpune
🔗 It began a decade and a half ago when Russia invaded Georgia and got away with it.
(renounce; yield);
🔗 How could you give a sword like that away?
put away
(stow; confine; enclose)
;
put away
(insert; put in; stow; enclose; introduce; embed)
; ;
(waive; lay away); ;
🔗 Put away your steel.
put away
(dock)
op een zijspoor zetten
;
right away
(at once; right now; forthwith; instantaneously; straight away; immediately; straightway; directly; right off the bat; instantly)
; ; ;
(dismiss; turn away; deport)
🔗 I will send you away, and that will be the end of it, for ever.
straight away
(at once; right now; forthwith; instantaneously; immediately; straightway; directly; right off the bat; instantly; right away)
;
take away
(deduct; subtract; doff)
;
take away
(abstract; remove; seize; take)
; ; ;
(divert; abduce; lead away); ;
laten afvloeien
; ;
🔗 Take him away.
(distant; far; remote);
🔗 Somehow they managed to live on independently by the product of their estate, for occasional lights glimpsed from far‐away hills attested their continued presence.
(path; road)
(manner; mode; bearing; fashion; style);
🔗 There’s just no way.
(route; course; passage; pathway; road)
🔗 She walked the rest of the way at a dignified pace.
(method; approach; avenue; technique)
(means; remedy; resource; avenue; expedience; expedient; recourse; agency)
(custom; mores; usage)
🔗 Many ways were different in Shienar from what he was used to, and there were some to which he would never become accustomed if he lived for ever.
;
🔗 Someone will come soon to show you the way.
(custom);
🔗 Many ways were different in Shienar from what he was used to, and there were some to which he would never become accustomed to if he lived for ever.
(direction; trend);
🔗 Shipping goods either way across the UK‐EU border now takes longer and is more expensive since the UK left the EU’s customs union and single market.

EnglishDutch
away afwezig; erop los; heen; henen; mee; van huis; ver; voort; weg
away from home van huis
away game heenwedstrijd; uitwedstrijd
away match heenwedstrijd; uitwedstrijd
do away with afschaffen; opheffen; uit de wereld helpen; van kant maken; van zich afzetten; wegnemen
do away with somebody iemand koud maken
far and away verreweg
fire away losbranden
get away! berg je!; scheer je weg!
get away ontkomen; wegkomen; wegkrijgen
get away from it all er eens helemaal uit gaan; er helemaal uit gaan
get away with wegkomen met
get away with it ermee aan de haal gaan; ermee wegkomen; het gedaan krijgen; het klaarspelen
give away cadeau geven; vergeven; verklappen; verraden; weggeven
make away with naar binnen werken; opmaken; uit de weg ruimen; zoek maken
make away with somebody iemand om hals brengen
once and away eens en dan niet meer
put away opbergen; opsluiten; opzij leggen; van zich af zetten; verorberen; verstoppen; wegleggen; wegzetten
right away dadelijk; op staande voet; op stel en sprong; stante pede
run away aan de haal gaan; deserteren; drossen; ervandoor gaan; heenlopen; heensnellen; op hol raken; op hol slaan; weglopen
send away wegzenden
straight away op staande voet; op stel en sprong; spoorslags; zonder veel omhaal
take away afnemen; benemen; meenemen; ontnemen; opnemen; weghalen; wegnemen
trifle away verbeuzelen; verklungelen; verleuteren; verspillen; vertreuzelen
waste away kwijnen; uitteren; verteren; verzieken; wegkwijnen
far‐away afgelegen; ver; verstrooid
getaway ontsnapping
hideaway schuiladres; schuilplaats
throwaway reclamefolder; strooibiljet
way afstand; baan; doorgang; doorreis; eind; eindweegs; gang; gebruik; gewoonte; handelwijze; hebbelijkheid; kant; manier; modus; pad; richting; route; stuk; traject; trant; vaart; ver; weg; wijze