Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gietwerk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
irrigate
;
;
🔗 Het ging er nu dus om de juiste plek op de aardbol te vinden waar de immense Columbiad gegoten zou moeten worden.
(afgieten);
mould
🔗 Zijn we klaar om te gieten?
(stortregenen)
pluvegi
(schenken; storten)
🔗 De Muizer goot dit twijfelachtige parfum over hun beider kleding.
handiwork
🔗 Dit is het werk van de Heilige Geest.
(arbeid; emplooi; karwei);
🔗 Ik was nog niet tot werk in staat.
tow
;
oakum
(boekwerk; opus)
🔗 Naast al deze geschreven werken bevatte de grote bibliotheek echter nog veel meer.

DutchEnglish
gietwerk cast work
gieten bucket; bucket down; cast; casting; found; mould; pour
werk avocation; business; char; chore; doing; employ; employment; fabric; job; labour; motion; oakum; opus; performance; pursuits; work; stint; tow