Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gemeen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vilein; vuig)
nasty
; ; ;
sleazy
🔗 Wat een intens gemene kerel moest dat zijn.
nasty
malmorala
(laag; laaghartig; schunnig; vuig; onedel); ; ; ;
(gewoon; ordinair)
common
;
🔗 Asms klant, geen gemene moordenaar, was Viole Falushe, een van de Duivelsprinsen.
(als regel; doorgaans; in de regel; in het algemeen; over het algemeen; überhaupt; algemeen; over het geheel; over het geheel genomen);
broadly
; ;
prevalently
; ; ;
🔗 Ik ben niet bekend met wat in het gemeen gebruikelijk zou zijn.
(vuigheid);
(banaliteit)
platitude
(gemeente; commune);
commune
(maatschappij; samenleving)
society
🔗 Hoe licht wordt het welzijn der gemeenschap niet geschaad door onverantwoordelijke individuen!
(geslachtsgemeenschap)
🔗 De tieners hadden gedurende de maand juli alle drie gemeenschap met het 12‐jarige meisje.
(familiaar; vertrouwd; vertrouwelijk; familiair)
colloquial
;
familiar
🔗 Gij moet nu niet gemeenzaam worden.
casual
;
unceremonious
familiarly
;
colloquially
familiarly
;
casually
senceremonie

DutchEnglish
gemeen bad; base; basely; beastly; bitchy; blackguard; common; cruel; dirty; filthily; filthy; foul; in common; inferior; joint; low; mean; meanly; mob; nasty; obscene; ordinary; public; rabble; raffish; rascally; raw; scabby; scurrilous; scurvy; shabby; skeevy; sleazy; smutty; snotty; sordid; squalid; ugly; vicious; vile; villainous; vulgar
de gemene zaak the public cause
gemeen hebben met have in common with
gemeen recht public law
gemene streek dirty trick
gemene taal foul language; foul talk
gemene vent shabby fellow; blackguard; scamp
gemene zaak maken met sell out to
iets gemeen maken make something common property
gemeengoed common property
gemeenheid foulness; meanness; scurrility; baseness; mean action; shabby trick
gemeenplaats bromide; commonplace; platitude; ready answer; ready‐made answer
gemeenschap commonality; commune; communication; communion; community; fellowship; intercourse
gemeenzaam colloquial; conversant; conversational; familiar; popularly
gemenigheidje trickery; bit of trickery; dirty trick
ingemeen vile