Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord voorvallen
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; optreden; passeren; plaatsgrijpen; zich voordoen; zich toedragen; vóórkomen) | ; | |
🔗 Dit alles viel voor in de derde week van Barees leven. | ||
| (afvallen; flikkeren; neervallen) | ; ; lapse | |
🔗 Het mes liet ik vallen. | ||
| (omvallen) | ||
🔗 Deze list gelukte, maar de boom was al gebroken en viel. | ||
| (gebeurde; voorval) | ||
🔗 Hij sprong overeind en holde weg om het voorgevallene te gaan vertellen op Bommelstein. | ||
🔗 Aangezien ik bewusteloos was, verwachtte men niet dat ik me het voorval zou herinneren. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| voorvallen | ⇆ chance; ⇆ happen; ⇆ occur; ⇆ pass |
| vallen | ⇆ slump; ⇆ close in; ⇆ come down; ⇆ draw in; ⇆ drop; ⇆ fall; ⇆ fall through; ⇆ go down; ⇆ hang down; ⇆ lapse; ⇆ pitch; ⇆ plunge; ⇆ prolapse; ⇆ tumble; ⇆ set; ⇆ sink; ⇆ sit; ⇆ hang |
| voorval | ⇆ adventure; ⇆ casualty; ⇆ circumstance; ⇆ event; ⇆ incident; ⇆ occurrence |