Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sit

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
🔗 The white man sat for a long time buried in thought.
(sit down; sit up; seat oneself); ;
🔗 Jubal entered and sat beside her.
(seat)
sidigi
(be situated; lie)
🔗 The shore currently sits about 20 km (12 miles) from the town, which means a two‐hour drive through the thick winter snow to reach it.
sit at table
sidi ĉetable
sit down
(sit; sit up; seat oneself)
; ;
sit down to table
(draw up to the table)
alŝoviĝi
(sit; sit down; seat oneself); ;
🔗 Dorothy sat up and noticed that the house was not moving
unuĉambra apartamento

EngelsNederlands
sitblijven zitten; broeden; laten plaatsnemen; laten zitten; liggen; neerzetten; poseren; rusten; vaceren; vallen; verblijven; zit; zitten; zitting hebben; zitting houden
his principles sit loosely on himzijn principes staan hem niet in de weg
it sits well on himhet gaat hem goed af
make somebody sit upiemand het eens goed laten voelen; iemand het eens goed zeggen; iemand vreemd doen opkijken
make somebody sit up and take noticeiemands interesse wekken
sit aroundlanterfanten
sit at homethuiszitten
sit at tableaan tafel zitten; aanzitten; tafelen
sit backachterover gaan zitten; lijdelijk toezien; niet meedoen; zich afzijdig houden; zijn gemak ervan nemen; zijn gemak nemen
sit bylijdelijk toezien
sit downaanzitten; gaan zitten; neerzitten; plaatsnemen; zich zetten
sit down for an examinationexamen doen
sit down to tableaanschikken
sit down underop zich laten zitten; slikken
sit in fortijdelijk vervangen
sit in judgementbekritiseren; de vierschaar spannen; kritiseren
sit in onaanwezig zijn bij; meedoen aan
sit onbebroeden; geheimhouden; voor zich uitschuiven
sit on somebodyiemand op zijn kop geven; iemand op zijn kop zitten
sit on the juryzitting hebben in de jury
sit on the sidelinesniet meedoen; toeschouwer zijn
sit outblijven; blijven zitten; buiten zitten; niet meedoen; uitzitten
sit out a danceblijven zitten bij een dans
sits the wind there?waait de wind uit die hoek?
sit stillblijven zitten; stilzitten
sit throughuitzitten
sit tightop de uitkijk blijven; zich niet roeren
sitting duckgemakkelijk doelwit
sit upopblijven; opveren; opzitten; overeind gaan zitten; overeind zitten; rechtop zitten; zich oprichten
sit upongeheimhouden; voor zich uitschuiven
sit up withwaken bij
sit wellvast in het zadel zitten
sit well ongoed afgaan
the sitting tenantde huidige huurder
bedsitzitslaapkamer
bed‐sitterzitslaapkamer
resitherexamen; herhalen; herkansing; opnieuw afleggen
sitterbabysitter; broedende vogel; broedhen; model; zitter
sittingseance; terechtzitting; vacatie; zittend; zittijd; zitting; zitting hebbend