Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord event
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 To them a journey to the next village, up to Watch Hill or down to Deven Ride, was a big event. | ||
(chance; occurrence; opportunity; instance; occasion; time; case) | ; | |
; | ||
(anyhow; anyway; in any case) | ; | |
🔗 You may in any event, Mazirian. | ||
eventual (former; erstwhile) | vroeger |
Engels | Nederlands |
---|---|
event | ⇆ afloop; ⇆ evenement; ⇆ gebeuren; ⇆ gebeurtenis; ⇆ geval; ⇆ nummer; ⇆ ontknoping; ⇆ race; ⇆ uitslag; ⇆ voorval; ⇆ wedstrijd |
after the event | ⇆ achteraf; ⇆ als het te laat is |
a happy event | ⇆ een blijde gebeurtenis |
at all events | ⇆ in elk geval |
in any event | ⇆ hoe het ook zij; ⇆ in elk geval; ⇆ in ieder geval; ⇆ toch; ⇆ wat er ook gebeuren moge |
in either event | ⇆ in beide gevallen |
in the event | ⇆ uiteindelijk |
in the event of | ⇆ in geval van |
in the event of death | ⇆ bij overlijden |
in the event of his coming | ⇆ in geval hij komt |
natural event | ⇆ natuurverschijnsel |
running event | ⇆ loopnummer |
track events | ⇆ loopnummers |
eventful | ⇆ belangrijk; ⇆ bewogen; ⇆ rijk aan gebeurtenissen; ⇆ veelbewogen |
eventual | ⇆ aan het slot; ⇆ daaruit voortvloeiend; ⇆ eind‐; ⇆ eventueel; ⇆ later volgend; ⇆ mogelijk; ⇆ uiteindelijk |