Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord nood‐

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(behoefte);
🔗 Indien uw schip in nood is, aarzel dan niet om contact op te nemen!
(ellende)
(noodzaak);
(kortademigheid)
dyspnoea
🔗 De perioden dat hij onder water was, duurden nog maar enkele minuten en dat bewees dat hij in ademnood begon te komen.
birth pains
;
labour pains
;
pains of childbirth
;
throes
naskdoloroj
if need be
se necese
🔗 Desnoods zou ik u uitgenodigd hebben, maar mijn huis is niet groot.
(inviteren; uitnodigen; vragen)
🔗 De koning noodt de markies in de koets.
(alarmklok)
downhill
malprospera
makeshift
;
provisional solution
;
temporary solution
provizora solvo
🔗 Dat zou beter zijn, maar van een dergelijke noodoplossing kan toch geen sprake zijn.
communication‐cord
🔗 Trek aan de noodrem.
;
(alarmsein; noodsein);
🔗 De marconist, die zijn zender altijd bij zich droeg, begon als een razende zijn noodsignalen de wereld in te sturen.
(noodtoestand)
🔗 Maar nu had hij hier de noodsituatie.
🔗 Burgemeester Lužkov verschijnt op de noodzender om het bericht voor te lezen dat Elʹcin de noodtoestand heeft uitgeroepen.
;
necessity
(nood);
🔗 Hij vervloekte de noodzaak om al die kilometers af te leggen, maar een andere manier was er niet.
watersnood
(overstroming; zondvloed)

NederlandsEngels
nood dearth; distress; exigence; necessity; need; shortage; suffering; want
nood‐ stand‐by; temporary
als de nood aan de man komt in case of need
als de nood het hoogst is, is de redding nabij the darkest hour is that before the dawn; the darkest hour is before the dawn
door de nood gedwongen compelled by necessity
iemand uit de nood helpen get somebody out of a scrape; help somebody out
in nood leert men zijn vrienden kennen a friend in need is a friend indeed
in nood zijn be in trouble; be in distress
in tijd van nood in time of need
nood leert bidden necessity is the mother of invention
zijn nood klagen disclose one’s troubles; complain; lament
ademnood dyspnoea
desnoods at need; at a stretch; if need be; at a pinch
doodsnood agony; death‐agony
geldnood shortage of money
gewetensnood moral quandry; moral dilemma
hongersnood famine
noden invite
noodaggregaat stand‐by power unit
noodanker sheet‐anchor
noodbrug flying‐bridge; temporary bridge
noodfonds community chest
noodgebied distress area
noodgebouw temporary building
noodgedwongen perforce; compelled by necessity
noodgeld emergency money
noodgeval emergency; case of emergency
noodhaven port of refuge
noodhulpfonds emergency fund
noodklok alarm‐bell; tocsin
noodkoppeling emergency coupling
noodkreet clarion call; SOS; cry of distress
noodladder emergency ladder; escape‐ladder
noodlanding forced landing; emergency landing
noodlijdend necessitous; distressed; indigent; poor; destitude
noodluchthaven emergency airport
noodmaatregel emergency measure
noodoplossing makeshift; temporary solution; provisional solution; kludge
noodrantsoen emergency rations
noodrem communication‐cord; emergency‐brake; safety‐brake
noodschakelaar emergency switch
noodsein distress signal; distress‐call; SOS
noodstop emergency stop; emergency shutdown
noodtank emergency tank
noodtoestand emergency; plight; state of emergency
noodtrap emergency stair; emergency stairs
nooduitgang emergency exit
noodverband first‐aid bandage; first dressing
noodverlichting emergency lighting
noodverpleging emergency nursing
noodvlag flag of distress
noodvliegveld emergency aerodrome
noodvoertuig emergency transport
noodvoorraad emergency stock
noodwet emergency act; emergency decree
noodwoning emergency dwelling; temporary house
noodzaak force; necessity; need
tijdnood time shortage; time trouble
waternood want of water; water famine
watersnood flood; floods