Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord knopehaak

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(haakje)
🔗 Er werden haken gegooid en ladders tegen de muren gezet.
🔗 Na het telefoongesprek legde secretaris Steenbreek met bevende vingers de hoorn terug op de haak.
(angel; vishaak)
🔗 De vis zat aan de haak en was opgehaald.
🔗 Hij maakte de knoop los en opende de doos.
🔗 Zo koos zij snel zee, met een snelheid van tien knopen.

NederlandsEngels
knopehaak button‐hook
haak barb; brace; bracket; catch; chape; clasp; claw; cleek; clip; cradle; gaff; hanger; hitch; hook; peg; rest; picklock; square
knoop snarl; snarl‐up; bend; button; hitch; joint; knot; node; nodus; tie; tangle; stud