Informatie over het woord knoop (Nederlands → Esperanto: nodo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/knop/
Afbrekingknoop
Geslachtmanlijk
Meervoudknopen

Voorbeelden van gebruik

Hij maakte de knoop los en opende de doos.

Vertalingen

Catalaanscruïlla; node; nus
Deensknude
DuitsKnoten
Engelsknot
Engels (Oudengels)cnotta
Esperantonodo
Faeröersknútur; kvistur
Finssolmu
Fransnœud
IJslandshnútur
Italiaansnodo
Papiamentskònòpi
Poolswęzeł
Portugeesencruzilhada; laço; nó; vínculo
SaterfriesKnät; knätte
Schotsknot
Spaansnudo
Tsjechischsuk; uzel
Turksboğum
Zweedsknut