Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord buitmaken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
plunder
;
prey on
🔗 Binnen een uur had hij zes fraaie vissen buitgemaakt.
🔗 Bij de roofoverval op de Brusselse luchthaven Zaventem is voor 50 miljoen dollar (ruim 37 miljoen euro) aan diamanten buitgemaakt.
(aanwinst)
🔗 Ingeborg deed een duit in het zakje door iedereen eraan te herinneren dat ze de buit nu met minder mensen hoefden te delen.
(gevangenneming; vangst); ;
capture
(prooi; vangst);
capture
🔗 Ik heb de knappe Jodin als mijn persoonlijk aandeel in de buit gekozen.
(verovering)
(prooi);
capture
booty
; ;
plunder
;
🔗 En ik zal jullie niet alleen onzichtbaar maken maar ik zal ook zorgen dat jullie een mooie buit krijgen.
🔗 Wie weet waar de dieven hun buit hebben heengebracht?
(doen ontstaan; formeren; instellen; opleveren; opwekken; in het leven roepen)
🔗 Ik maakte geen vuur.
(uitvoeren; vervaardigen);
🔗 Hoe wordt een bronzen beeld gemaakt?
(doen; laten)
🔗 Dat maakte dat hij zich iets beter voelde.
(creëren; scheppen)
🔗 Ook de andere schilderijen die hier hangen, zijn niet in Londen gemaakt.
(herstellen; repareren; verstellen);
repair
;
(scheppen);
(aanmaak; vervaardiging; doen)
making
🔗 Heer Bommel was in zijn gemakkelijke stoel gaan zitten om rustig over het maken van een atoombom te kunnen nadenken.
(begaan; doen; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren)
🔗 Ten eerste moeten wij een keus maken.
(aanmaken)
🔗 Je moet voor mij een robot maken.
;
🔗 We moeten van de nood een deugd maken.

NederlandsEngels
buitmaken bag; capture; make a prize of; prize; seize; take
buit booty; capture; catch; grab; haul; loot; plunder; prey; prize; spoils; swag
maken repair; fix; amount to; build; coin; coinage; compose; confect; confection; constitute; construct; create; do; draw; fabricate; form; get up; give; make; making; manufacture; take; mend; offer; pass off; produce; raise; realize; render; score; send; shape; tailor; turn; volunteer; drive