Synoniemen: fiksen, herstellen, maken, repareren, verhelpen
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) verstel | (ik) verstelde |
(jij) verstelt | (jij) verstelde |
(hij) verstelt | (hij) verstelde |
(wij) verstellen | (wij) verstelden |
(jullie) verstellen | (jullie) verstelden |
(gij) verstelt | (gij) versteldet |
(zij) verstellen | (zij) verstelden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) verstelle | (dat ik) verstelde |
(dat jij) verstelle | (dat jij) verstelde |
(dat hij) verstelle | (dat hij) verstelde |
(dat wij) verstellen | (dat wij) verstelden |
(dat jullie) verstellen | (dat jullie) verstelden |
(dat gij) verstellet | (dat gij) versteldet |
(dat zij) verstellen | (dat zij) verstelden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
verstel | verstelt |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
verstellend, verstellende | (hebben) versteld |