Informatie over het woord buit (Nederlands → Esperanto: ŝtelaĵo)

Synoniem: poet

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/bœy̯t/
Afbrekingbuit
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

Wie weet waar de dieven hun buit hebben heengebracht?
En toen Hiep Hieper zich snel met zijn buit wilde terugtrekken, stapte deze ruggelings in het gat.

Vertalingen

DuitsDieberei
Engelsloot
Esperantoŝtelaĵo
Portugeesfurto; ladroeira; roubo
Spaansbotín; presa