Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord sticky

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
;
algluiĝema
(adhesive; stodgy);
🔗 The winter buds are green, with a sticky resinous coating.
sticky nightshade
(vila‐vila; red buffalo‐burr; fire‐and‐ice plant; litchi tomato; morelle de Balbis)
;
sisimbrifolia solano
(adhere);
(baton; cane; staff)
(glue; paste)
;
gluiĝi
(little stick; bail)
stokje
(adhere)
alteniĝi
(shank);
staafje
(push along; shove; slide; stuff; thrust)
(pick; stab; sting; pierce; prick; puncture; pique; jab; poke; goad; prickle)
(affix; attach; determine; fasten; fix; make fast; secure; set; appoint; belay; peg);
(be stranded; attach);
zich vasthechten
(cabbage; damper; dry old stick; dull dog; sober‐sides; wet; wet blanket);
saaie piet
enuulo

EngelsNederlands
sticky klef; kleverig; lastig; lijmerig; moeilijk; plakkerig; taai
come to a sticky end lelijk te pas komen
have sticky fingers het verschil tussen mijn en dijn niet kennen; lange vingers hebben
sticky nightshade litsjitomaat; raketblad
stick aanplakken; beklijven; besteken; bijblijven; blijven; blijven hangen; blijven kleven; blijven steken; blijven zitten; de keel doorsnijden; dooie diender; doorstéken; haperen; hark; houten klaas; joint; klemmen; kleven; kritiek; lippenstift; maatstokje; niet verder kunnen; opplakken; pijp; plakken; rijsje; saaie piet; samenplakken; staaf; staak; staf; steel; steken; stickie; stok; stokje; stoppen; vastkleven; vastplakken; vaststeken; vastzetten; vastzitten; wandelstok; zetten
stickiness kleverigheid