Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord staak
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(paal) | stake | |
🔗 Aan de rand van het veld stond een rij van zes staken. | ||
(afbreken; opheffen; ophouden met; stelpen; stoppen; stopzetten) | ; ; | |
🔗 De anderen staakten hun gelach. |
Nederlands | Engels |
---|---|
staak | ⇆ picket; ⇆ pole; ⇆ stake; ⇆ stick |
bonestaak | ⇆ beanpole; ⇆ string‐bean; ⇆ bean‐stalk |
boonstaak | ⇆ beanpole |
staken | ⇆ cease; ⇆ discontinue; ⇆ down tools; ⇆ intermit; ⇆ strike; ⇆ suspend; ⇆ stop; ⇆ walk out; ⇆ be out on strike; ⇆ be out; ⇆ be on strike |