Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord short‐circuit

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
🔗 A worker told TASS a short‐circuit might have caused the fire, followed by an explosion that caused the flames to spread.
circuit
;
circuit
(district; bailiwick)
circuit
(circle; ring; round)
🔗 It has a large head, a short neck, relatively short arms and pillar‐like legs.
(inadequate; insufficient; meagre; poor; scarce);
nesufiĉa

EngelsNederlands
short‐circuit kortsluiten; kortsluiting; kortsluiting veroorzaken
circuit arrondissement; baan; circuit; gebied; kring; kringloop; omgang; omloop; omtrek; omweg; parcours; ronde baan; rondgang; rondrit; schakeling; stroomkring; tournee
short alcoholisch aperitief; beknopt; bros; driftig; karig; klein; kort; kortaangebonden; kortaf; korte film; kortsluiting; krap; onaangelengd; plotseling; puur