Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord play upon the square
| Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (enact) | ||
| (play on) | ; | ludi sur |
🔗 Afterwards perhaps you will play the flute for us. | ||
| (theatre play; piece) | ; | |
| (act as) | ludi la rolon de | |
| (introduce; present; offer; perform; reenact; render; represent; constitute; tender; lodge; serve up) | ||
| (sing) | ten gehore brengen | |
🔗 So he played with him every time he got a chance. | ||
🔗 Climate change is definitely playing a rôle in the high temperatures that Argentina and other countries in the region are currently experiencing. | ||
| (quadratic) | ||
| ; ; | ||
| (plaza; public square; piazza) | ||
| (even; paid‐up; quits; acquitted) | ||
in het kwadraat verheffen ; vierkant maken | ||
| (T‐square; carpenter’s square) | winkelhaak | |
| (bring into agreement; reconcile; bring into accord) | in overeenstemming brengen ; ; tot overeenstemming brengen | |
| (directly; straight; straight ahead; direct) | ||
| (acquit; cancel; clear) | ||
| ; tweede macht | kvadrato | |
| ; vierkants‐ ; | ||
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| play upon the square | ⇆ eerlijk spel spelen |
| play | ⇆ afdraaien; ⇆ afspelen; ⇆ bespelen; ⇆ bewegingsvrijheid; ⇆ blazen; ⇆ draaien; ⇆ gokspel; ⇆ laten spelen; ⇆ laten uitspartelen; ⇆ liefdesspel; ⇆ manier van spelen; ⇆ meedoen; ⇆ opstellen; ⇆ speelruimte; ⇆ spel; ⇆ spelen; ⇆ spelen op; ⇆ spelen tegen; ⇆ spelen voor; ⇆ speling; ⇆ stoten; ⇆ stuk; ⇆ ten gehore brengen; ⇆ toneelspel; ⇆ toneelstuk; ⇆ uithalen; ⇆ uithangen; ⇆ uitkomen tegen; ⇆ uitspelen; ⇆ van de partij zijn |
| square | ⇆ <ouderwets en conventioneel persoon>; ⇆ afkanten; ⇆ blok; ⇆ carré; ⇆ conventioneel; ⇆ doek; ⇆ duidelijk; ⇆ eerlijk; ⇆ exercitieplein; ⇆ haak; ⇆ haaks; ⇆ hoek; ⇆ hokje; ⇆ in het kwadraat verheffen; ⇆ in het reine brengen; ⇆ in het vierkant; ⇆ in orde brengen; ⇆ kanten; ⇆ kantrechten; ⇆ kazerneplein; ⇆ kloppen; ⇆ kwadraat; ⇆ luier; ⇆ omkopen; ⇆ ouderwets; ⇆ overhalen; ⇆ plein; ⇆ quitte; ⇆ recht; ⇆ rechthoekig; ⇆ rechtuit; ⇆ ruit; ⇆ tablet; ⇆ tekenhaak; ⇆ tot de tweede macht verheffen; ⇆ trut; ⇆ tweede macht; ⇆ tweedemachts‐; ⇆ vak; ⇆ vakje; ⇆ vereffenen; ⇆ verevenen; ⇆ vierkant; ⇆ vierkant brassen; ⇆ vierkant maken; ⇆ vierkant uitgesneden; ⇆ winkelhaak |