Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord eerlijk
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(eerzaam; fatsoenlijk; integer) | ; ; | |
🔗 Ik als eerlijk mens was hun daarbij een belemmering en zo verspeelde ik al spoedig hun gunst. | ||
(openhartig; oprecht; ronduit) | genuinely ; sincerely ; | |
honestly | ||
🔗 Mag ik het eerlijk zeggen, meneer de notaris? | ||
eerlijk gezegd (om de waarheid te zeggen) | verdire | |
(integriteit) | ; integrity | |
deceitful ; dishonest | ||
(onbillijk) | ||
🔗 Maar ik zie er niets oneerlijks in! |
Nederlands | Engels |
---|---|
eerlijk | ⇆ above‐board; ⇆ above‐deck; ⇆ fair; ⇆ fair and square; ⇆ fairly; ⇆ honest; ⇆ honestly; ⇆ honourable; ⇆ on the level; ⇆ plain‐dealing; ⇆ square; ⇆ squarely; ⇆ straight; ⇆ straightforward; ⇆ up‐front; ⇆ upstanding |
eerlijk delen | ⇆ go halves; ⇆ divide fairly |
eerlijk duurt het langst | ⇆ honesty is the best policy |
eerlijk gezegd | ⇆ frankly; ⇆ to be honest; ⇆ honestly |
eerlijk is eerlijk | ⇆ fair’s fair; ⇆ fair is fair |
eerlijk of oneerlijk | ⇆ by hook or by crook; ⇆ by fair means or foul; ⇆ by fair means or foul means |
eerlijk spelen | ⇆ play the game; ⇆ play fair |
eerlijk zijn brood verdienen | ⇆ make an honest living |
het is eerlijk waar | ⇆ it is the honest truth |
eerlijkheid | ⇆ fairness; ⇆ honesty; ⇆ integrity; ⇆ plain‐dealing; ⇆ probity; ⇆ sincerity |
oneerlijk | ⇆ bent; ⇆ deceitful; ⇆ dishonest; ⇆ dishonestly; ⇆ dishonourable; ⇆ foul; ⇆ knavish; ⇆ unfair; ⇆ twisty |