Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord off‐hand

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
off‐hand (immaterial; indifferent; casual; cavalier; dismissive)	laks ; lauw ; onverschillig	indiferenta
off‐hand (disdainful; cavalier; contemptuously; supercilious; scornful)	denigrerend ; minachtend ; schamper ; smalend ; verachtelijk	malestima
off‐hand (cavalier; dismissive; irrespective)	brutaal ; onberaden	senkonsidera
off‐hand (casual; cavalier; dismissive; careless)	nonchalant	senzorga
off‐hand (abrupt; off‐handed)	abrupt ; kortaf	abrupta
off‐hand (before you know it; in a twinkling; before you can say Jack Robinson; before you could say Jack Robinson; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in the twinkling of an eye; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail)	in een handomdraai	momente
hand (hand over)	aanreiken ; overhandigen ; ter hand stellen	enmanigi
hand (labourer; operative; worker; working man; workman)	arbeider	laboristo
hand	hand	mano
🔗 Scales laid a hand on his shoulder.
hand (convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over)	aangeven ; aanreiken ; afgeven ; overreiken ; toereiken	transdoni
hand (veteran; ex‐serviceman)	veteraan	veterano
hand	boerenknecht	kampulservisto
hand (indicator)	wijzer	montrilo

Engels	Nederlands
off‐hand	⇆ bruusk; ⇆ in een handomdraai; ⇆ nonchalant; ⇆ onvoorbereid; ⇆ op staande voet; ⇆ terloops; ⇆ voor de vuist weg; ⇆ zonder ophef
hand	⇆ aangeven; ⇆ aanreiken; ⇆ afgeven; ⇆ arbeider; ⇆ arbeidskracht; ⇆ geven; ⇆ hand; ⇆ handschrift; ⇆ handtekening; ⇆ handvol; ⇆ kaart; ⇆ kam; ⇆ man; ⇆ overhandigen; ⇆ overreiken; ⇆ poot; ⇆ spel; ⇆ speler; ⇆ ter hand stellen; ⇆ toereiken; ⇆ voorpoot; ⇆ wijzer