Nederlands–Afrikaanse woordeboek

Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord nemen

Nederlands → Afrikaans
  
NederlandsAfrikaans (onregstreeks vertaal)Esperanto
(pakken; vatten)
🔗 Wild nam hij haar.
(aannemen; aanvaarden; ontvangen); ;
🔗 Maar Caroline Crale nam dat zomaar niet.
🔗 Dadelijk greep hij ernaar en nam gulzig een paar grote slokken.
🔗 Hij dreigde ons met zijn revolver en nam de koffer.
(doen)
🔗 President Erdoğan zegt dat maatregelen zijn genomen om de daders zo snel mogelijk te arresteren.
(aanvaarden; accepteren; ingaan op; in ontvangst nemen; nemen; ontvangen); ;
🔗 Jullie weten toch dat ik die rommel niet aanneem?
🔗 Al bewegend nam het de gedaante aan van een grote, weerzinwekkende rat.
🔗 Voormalig president Barack Obama waarschuwde Donald Trump tegen het aannemen van Michael Flynn als veiligheidsadviseur.
(accepteren)
🔗 Neem mijn aanbod dan aan.
(aankopen; aanschaffen; inkopen; kopen; overnemen; betrekken; zich aanschaffen)
(benemen; weghalen; wegnemen)
🔗 Alleen zijn zwaard was hem afgenomen.
(verminderen)
(slinken; tanen; verflauwen; verminderen)
🔗 Haiyan is inmiddels in kracht afgenomen, maar zal naar verwachting in Viëtnam nog wel tot zware regenval leiden.
(bezetten);
🔗 Zou ik dan niet zijn plaats in de stam mogen innemen?
(bekleden; beslaan; bezetten; in beslag nemen);
🔗 Professor Kosmin neemt een soortgelijk standpunt in.
(bijeenbrengen; medebrengen; meebrengen; meedragen; meenemen)
🔗 In het jaar 1936 kwam schrijver dezes voorbij een uitdrager die hem vroeg een stapel boeken te willen medenemen voor de somma van ƒ  25,—.
(aftreden; afstand; ontslagname)
(aantekenen; boeken; inschrijven; registreren; vastleggen)
🔗 De kelner nam de bestelling op en verdween.
(filmen);
(afmeten; meten; opmeten; uitmeten)
(beuren; heffen; ophalen; opheffen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; omhoogheffen)
🔗 Hij ging zitten en nam zijn boek weer op.
🔗 En hij nam haar over, onder daverend gejuich.
(aankopen; aanschaffen; afnemen; inkopen; kopen; betrekken; zich aanschaffen)
🔗 We moeten zijn grond nog van hem overnemen.
(gaan zitten; zich zetten)
🔗 Ze neemt plaats in de trein.
(herroepen);
(groeien; aanwassen; wassen)
🔗 De bevolking van Amsterdam nam in die periode snel toe.
(groeien)
(horen; verstaan)
🔗 Veel vernam hij echter niet meer.
(gadeslaan; in acht nemen; observeren; houden)
🔗 Deze was 90 jaar eerder voor het laatst in de jungle op het eiland waargenomen.
(invallen; vervangen)
🔗 Turčynov neemt de functie van president waar.
(afnemen; benemen; weghalen)
🔗 Bestond er voor u geen twijfel wie het vergif weggenomen had?