Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord steek

Afrikaans	Engels (onregstreeks vertaal)	Esperanto
steek	stab ; sting ; prick ; stick ; jab ; poke ; prickle	piki
🔗 Kolonel David Makhubela (55) is met ŉ skerp voorwerp in die bors gesteek.
aan brand steek	set alight	ekbruligi
aan die brand steek	ignite	ekbruligi
🔗 En die priester moet die vet op die altaar aan die brand steek, maar die bors kom Aäron en sy seuns toe.
doodsteek	stab	mortpiki
🔗 Hy het een persoon doodgesteek en vier ander beseer.
oorsteek	cross	transiri
🔗 Die hoof van die Wagner‐huursoldategroep het Saterdag gesê hy het die grens na Rusland met sy magte oorgesteek om Moskou se weermagleierskap omver te werp en dat hy en sy 25 soldate „gereed is om te sterf”.
steekwond	stab	pikvundo
🔗 Hy het ’n steekwond in die nek, maar is nie ernstig beseer nie.

Afrikaans	Engels
steek	⇆ bite; ⇆ gore; ⇆ hit; ⇆ insinuation; ⇆ jab; ⇆ job; ⇆ lunge; ⇆ nip; ⇆ pang; ⇆ pink; ⇆ pitch; ⇆ point; ⇆ poke; ⇆ prick; ⇆ pricking; ⇆ prickle; ⇆ prod; ⇆ prong; ⇆ put; ⇆ quirk; ⇆ run; ⇆ shoot; ⇆ stab; ⇆ stick; ⇆ sting; ⇆ stitch; ⇆ three‐cornered hat; ⇆ thrust; ⇆ tilt; ⇆ urticate
aan brand steek	⇆ set fire to; ⇆ set alight
aan die brand steek	⇆ enkindle; ⇆ fire; ⇆ set on fire; ⇆ ignite
bly steek	⇆ break down
daar ’n stokkie voor steek	⇆ make an end of it
die hand in die sak steek	⇆ dive into one’s pocket
dit hou geen steek nie	⇆ this won’t wash
geld steek in	⇆ put money into
iemand in die steek laat	⇆ ditch somebody
’n dop steek	⇆ splice the main‐brace; ⇆ splice the main brace; ⇆ tipple; ⇆ wet one’s whistle
’n steek laat val	⇆ lose a stitch
steek na	⇆ tilt at
sy neus steek in	⇆ meddle with; ⇆ poke one’s nose into
van streek	⇆ disordered; ⇆ unstrung
van wal steek	⇆ launch; ⇆ launch out; ⇆ put out to sea
aansteek	⇆ attaint; ⇆ broach; ⇆ fire; ⇆ infect; ⇆ kindle; ⇆ ignite; ⇆ light; ⇆ taint; ⇆ strike; ⇆ set fire to; ⇆ pin on; ⇆ put on
breisteek	⇆ knitting‐stitch
deurdruksteek	⇆ stab‐stitch
deurstéék	⇆ bayonet; ⇆ knife; ⇆ spit
dolksteek	⇆ dagger‐stab; ⇆ stab
doodsteek	⇆ death blow; ⇆ dirk; ⇆ stab; ⇆ stiletto
dubbelslagsteek	⇆ double treble; ⇆ double‐treble stitch; ⇆ double treble stitch
dwarssteek	⇆ ladder‐stitch
enkelsteek	⇆ single crochet; ⇆ slip‐stitch
gaatjiesteek	⇆ punching
glipsteek	⇆ single crochet; ⇆ slip‐stitch
grootsteek	⇆ gasconade; ⇆ herringbone stitch
haaksteek	⇆ crochet stitch
haringgraatsteek	⇆ herringbone stitch
heen‐en‐weersteek	⇆ feather‐stitch; ⇆ herringbone stitch
hekelsteek	⇆ crochet stitch; ⇆ tricot‐stitch
heuningkoeksteek	⇆ honeycomb‐stitch
hittesteek	⇆ heat‐stroke
hoedeknoopsteek	⇆ milliner’s knot
hoefsteker	⇆ hoof‐pick
insteek	⇆ dip; ⇆ dive; ⇆ immerse; ⇆ immerge
kantsteek	⇆ lace stitch
kartelsteek	⇆ wave‐stitch
kettingsteek	⇆ chain‐stitch; ⇆ lock‐stitch
koussteek	⇆ stocking‐stitch
kruissteek	⇆ cross‐stitch
lanssteek	⇆ lance‐thrust; ⇆ spear‐shaft
lossteek	⇆ go for; ⇆ lash out
matrassteek	⇆ spot‐stitch
miltsteek	⇆ splenalgia
oopsteek	⇆ pick; ⇆ unpick
oorhandsteek	⇆ topsewing
oorsteek	⇆ cross; ⇆ lap; ⇆ negotiate; ⇆ passage
opsteek	⇆ freshen; ⇆ incite; ⇆ lift; ⇆ light; ⇆ light up; ⇆ put up
pensteek	⇆ tent‐pegging
randsteek	⇆ outline stitch
ringsteek	⇆ tilt at the ring
rygsteek	⇆ running stitch; ⇆ tack
satynsteek	⇆ satin‐stitch
sigsagsteek	⇆ feather‐stitch
skootsteek	⇆ single bend
slotsteek	⇆ lock‐stitch
sonsteek	⇆ sunstroke; ⇆ heliosis; ⇆ heat‐stroke; ⇆ insolation; ⇆ siriasis
soomsteek	⇆ hemstitch
stamsteek	⇆ stem‐stitch
steekappel	⇆ thorn‐apple
steekbeitel	⇆ bevelled chisel; ⇆ firmer‐chisel; ⇆ jagger; ⇆ mortise chisel; ⇆ ripping‐chisel; ⇆ slotting‐tool
steekbossie	⇆ Mexican poppy
steekding	⇆ pricker
steekguts	⇆ scribing‐gouge
steekhaar	⇆ kemp
steekhou	⇆ hold water
steeklyn	⇆ pitch‐line
steekmasjien	⇆ paring‐machine
steekmes	⇆ lancet
steekpasser	⇆ dividing‐compasses; ⇆ dividers
steekpil	⇆ pessary; ⇆ suppository
steekplant	⇆ stinger
steekproef	⇆ test‐check; ⇆ random test
steeksaag	⇆ compass‐saw; ⇆ keyhole‐saw; ⇆ lock‐saw
steeksirkel	⇆ pitch‐circle
steekskoor	⇆ diagonal stay
steeksleutel	⇆ picklock
steekspel	⇆ joust; ⇆ tilt; ⇆ tourney
steekvas	⇆ hole‐proof
steekvry	⇆ invulnerable
steekwapen	⇆ thrust‐weapon; ⇆ stabbing weapon
stekend	⇆ lancinating; ⇆ stinging
steker	⇆ sticker; ⇆ plug; ⇆ pricker; ⇆ sampler; ⇆ stabber; ⇆ stinger
terugsteek	⇆ riposte
timmersteek	⇆ timber‐hitch
toesteek	⇆ bung; ⇆ extend; ⇆ proffer
versteek	⇆ conceal; ⇆ hide
vierslagsteek	⇆ quadruple treble
visgraatsteek	⇆ herringbone stitch
voorsteek	⇆ running stitch
wegsteek	⇆ cache; ⇆ camouflage; ⇆ conceal; ⇆ hide; ⇆ hold up; ⇆ milk retention; ⇆ plant; ⇆ retain; ⇆ retention; ⇆ secrete; ⇆ tuck away