Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord aantrek

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels (onregstreeks vertaal)Esperanto
(na; na … toe; toe; vir);
🔗 Daarna skryf jy nooit weer aan hom nie.
(by);
next to
;
🔗 Die twee meisies, wat om en by 16 jaar oud is, is leerlinge aan die Hoërskool Edgemead in Kaapstad.
(van; vir); ;
🔗 Sy ly ook aan posttraumatiese stres.
;
tug
🔗 Hy neem ’n denkbeeldige trek.
;
trait

AfrikaansEngels
aantrek apparel; appeal; array; attract; brace; continue trekking; don; draw; draw tighter; dress; dressing; dress up; endue; feel hurt; garb; garment; gear; harden; magnetize; march upon; put on; rig; robe; stiffen; take to heart; tog; tone up; trek on
as die skoen pas, trek hom aan if the cap fits, wear it
die stoute skoene aantrek take one’s courage in both hands; nerve oneself; summon all one’s courage
hom iemand se lot aantrek take someone’s plight to heart
stof aantrek gather dust
aan along; at; near; next to; on; to; upon; from; in; of; over; unto
aantrekding garment; clothing
aantrekhokkie dressing‐room; clothing closet
aantrekkamer cloakroom
aantrekking appetence; appetency; draw; affinity; allure; cynosure
aantreklik appealing; appetizing; attracting; attractive; catching; catchy; comely; dinky; fascinating; engaging; fetching; winning; prepossessing; sensitive; touchy; winsome; hypochondriac; hypochondriacal; over‐sensitive
aantrekplek dressing‐room
trek arrest; draw; pull; terugtrek; cash; cast; catch; departure; draught; drift; traction; emigrate; emigration; evolve; feature; scratch; strain; strike; trait; trick; hale; haul; heave; immigrate; indraught; light; lineament; lug; march; migrate; migration; move; move out; puff; run; screw; shoot; slur; stage; stroke; take; tear; tone up; travel; trek; tug; tweak; unsheathe; warp; whiff; yank