Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes dingen

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
(afdingen; afpingelen; marchanderen; pingelen; sjacheren)
dingen
;
feilschen
;
markten
erstreben
;
sich bestreben
;
trachten nach
;
streben nach
;
streben
;
trachten
;
sich bewerben
(ambiëren; streven naar)
erstreben
;
sich bestreben
;
trachten nach
;
streben nach
;
streben
;
trachten
;
sich bewerben
🔗 Visbhume, leerling van de kortelings overleden Hippolito, dong naar eenzelfde betrekking bij de tovenaar Tamurello, doch werd door deze niet aangenomen.
(afpingelen; dingen; marchanderen; pingelen; sjacheren)
dingen
;
feilschen
;
markten
🔗 Hij dong niet af.
(conditioneren; stipuleren)
bedingen
;
zur Bedingung machen
;
voraussetzen
🔗 Welke prijs dacht je te bedingen?
(zaak);
🔗 Maar één ding wist hij nu al.
(object; voorwerp); ;
🔗 En weet ge wat van dit ding?
(voorwerp); ;
Etwas
🔗 Hoe komt dat ding nou hier?
(concurreren; meedingen; wedijveren)
konkurrieren
;
wetteifern
;
in Wettbewerb stehen
;
in Wettstreit stehen
;
sich mitbewerben
(concurreren; mededingen; wedijveren)
konkurrieren
;
wetteifern
;
in Wettbewerb stehen
;
in Wettstreit stehen
;
sich mitbewerben