Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais vinden
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
🔗 Ik kon de foto niet vinden. | ||
(achten; geloven; menen; van mening zijn) | être d’avis ; penser que | |
🔗 Hij vindt zichzelf de beste jager van de stam. | ||
🔗 Ik kon geen rust vinden en de slaap niet vatten. | ||
(treffen; aantreffen) | ||
🔗 Ze vonden haar niet. | ||
🔗 Hoe vind je mijn taart? | ||
(eraan gaan; omkomen; óndergaan; sneven; te gronde gaan; vergaan; verongelukken; het leven laten; het leven verliezen) | périr ; s’abîmer | |
🔗 Bij eerdere overstromingen in Ligurië en Toscane vonden negen mensen de dood. | ||
🔗 Al eerder werden demonstranten schuldig bevonden aan „delicten” waar onder het huidige regime de doodstraf op staat, zoals „het voeren van een oorlog tegen God”. | ||
(terugvinden) | retrouver | |
(beleven; doormaken; ervaren; meemaken) | apprendre par l’expérience ; subir | |
(aan de hand zijn; gebeuren; geschieden; omgaan; plaatsgrijpen; plaatshebben; zich afspelen; zich voltrekken) | ; avoir lieu ; intervenir | |
🔗 Wanneer en waar heeft dit plaatsgevonden? | ||
(hervinden) | retrouver | |
🔗 Ik moet hem tot elke prijs terugvinden! | ||
inventer | ||
(uitvinding; ontdekking) | invention | |
🔗 Maar helaas ontbreken mij de middelen om mijn vinding vorm te geven en daarom ben ik op zoek naar een geldschieter. |