Information du mot verongelukken (néerlandais → espéranto: perei)

Synonymes: de dood vinden, eraan gaan, omkomen, óndergaan, sneven, te gronde gaan, vergaan, het leven laten, het leven verliezen

Parti du discoursverbe
Prononciation/vəˈrɔŋɣəlɵkə(n)/
Césurever·on·ge·luk·ken

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) verongeluk(ik) verongelukte
(jij) verongelukt(jij) verongelukte
(hij) verongelukt(hij) verongelukte
(wij) verongelukken(wij) verongelukten
(jullie) verongelukken(jullie) verongelukten
(gij) verongelukt(gij) verongeluktet
(zij) verongelukken(zij) verongelukten
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) verongelukke(dat ik) verongelukte
(dat jij) verongelukke(dat jij) verongelukte
(dat hij) verongelukke(dat hij) verongelukte
(dat wij) verongelukken(dat wij) verongelukten
(dat jullie) verongelukken(dat jullie) verongelukten
(dat gij) verongelukket(dat gij) verongeluktet
(dat zij) verongelukken(dat zij) verongelukten
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
verongelukverongelukt
Participes
Participe présentParticipe passé
verongelukkend, verongelukkende(zijn) verongelukt

Exemples d’usage

Maar zonder enig licht zouden zij weldra zijn verongelukt.
In de deelstaat Rijnland‐Palts verongelukte een 54‐jarige bestuurder.

Traductions

afrikaansvrek
allemandumkommen; untergehen; zu Grunde gehen
anglaisperish
catalanperir
espagnolperecer
espérantoperei
féringienglatast; umkomast
finnoistuhoutua
françaispérir; s’abîmer
frison occidentalferkomme; omkomme
frison saterlandtou Gruunde gunge; unnergunge; uumekuume
latinperire
polonaisginąć; umrzeć
portugaisdestruir‐se; perecer
russeгибнуть
suédoisförgås
thaïเสียชีวิต