English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word stocks
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (share‐capital) | ||
🔗 Automakers’ stocks took a hit following Friday’s news, with Ford and General Motors selling off sharply. | ||
| (rootstock) | greftobazo | |
| English | Dutch |
|---|---|
| stocks | ⇆ aandelen; ⇆ effecten; ⇆ stapel |
| be on the stocks | ⇆ op stapel staan |
| government stocks | ⇆ staatspapieren |
| leave the stocks | ⇆ van stapel lopen |
| put on the stocks | ⇆ op stapel zetten |
| stocks and shares | ⇆ beurswaarden; ⇆ waarden |
| stock | ⇆ aandelen; ⇆ aandelenkapitaal; ⇆ afkooksel; ⇆ aftreksel; ⇆ ankerstok; ⇆ bestand; ⇆ blok; ⇆ bouillon; ⇆ effecten; ⇆ familie; ⇆ film; ⇆ filmmateriaal; ⇆ fonds; ⇆ geslacht; ⇆ geweerlade; ⇆ goederenvoorraad; ⇆ have; ⇆ inslaan; ⇆ inventaris; ⇆ kapitaal; ⇆ la; ⇆ lade; ⇆ materiaal; ⇆ onderstam; ⇆ opdoen; ⇆ provisie; ⇆ stam; ⇆ stereotiep; ⇆ stock; ⇆ stok; ⇆ van voorraad voorzien; ⇆ vast; ⇆ vee; ⇆ veestapel; ⇆ violier; ⇆ voorraad; ⇆ wortelstok; ⇆ zomerviolier |