Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word voorraad

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(provisie)
victuals
🔗 Toen namen ze nog een flinke voorraad mee en keerden op hun schreden terug.
(stock)
🔗 De actie geldt zolang de voorraad strekt.
in voorraad
(voorhanden; voorradig)
stocked
en stoko
storeroom
🔗 We betraden de voorraadkamer.
(in voorraad; voorhanden)
stocked
en stoko
🔗 Het bestelde is niet meer voorradig.
(woordenschat; vocabulaire)

DutchEnglish
voorraad fund; hoard; provisions; stock; stock‐in‐trade; store; supply
de aanwezige voorraad the stock on hand
in voorraad in store; in stock
in voorraad hebben have in stock; keep in stock; have in store
in voorraad zijn be in stock
uit voorraad off the shelf
uit voorraad leveren supply from stock
zolang de voorraad strekt subject to stock being available
brandstofvoorraad fuel‐supply
buffervoorraad buffer stock
goederenvoorraad stock; stock‐in‐trade
goudvoorraad gold stock; gold stocks
graanvoorraad grain stock
metaalvoorraad bullion
mondvoorraad belly‐timber; provisions
noodvoorraad emergency stock
voedselvoorraad food supply
voorraadkamer storeroom
voorraadkelder store‐cellar
voorraadschuur storehouse; granary
voorraadvorming stocking of supplies
voorradig available; in stock; on hand
watervoorraad water‐supply
wereldvoorraad world supply
woordenvoorraad vocabulary