Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lade

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(la)
drawer
🔗 Hij trok een andere lade open en haalde er een nieuw pakje uit, dat leeg was.
(commode)
dresser
;
chest of drawers
🔗 Janne keek vlug weg en liep op de ladenkast af.

DutchEnglish
ladebatten; drawer; stock; till
asladeash‐pan
geldladetill; cash‐drawer
geweerladestock
ladenkastbureau; chest of drawers; dresser
ladenlichtertill‐sneak
pijpenladepipe‐box; long, narrow room
schuifladedrawer
tafelladetable‐drawer