Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word materiaal

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
material
;
🔗 Zodoende heeft hij antiek materiaal genoeg.
🔗 Dat schilderstukje zal ik in beslag nemen als bewijsmateriaal.
🔗 En het bouwmateriaal is op.
(verstoffelijken)
materialize
materiiĝi
🔗 Omdat hij daar maar beperkte tijd kon blijven, kon hij het zich niet permitteren om mijlen van het object dat hij zocht, te materialiseren.
(propaganda)
publicity material
🔗 Misschien wilt u dan wel wat van ons propagandamateriaal doorlezen.

DutchEnglish
materiaal material; materials; stock; stuff; timber
bewijsmateriaal evidence
bouwmateriaal building material
etalagemateriaal display material; display materials
feitenmateriaal body of facts; factual material; factual evidence
isolatiemateriaal lagging; insulating material; insulant
materialiseren materialize
oorlogsmateriaal war material
reclamemateriaal advertising material
schrijfmateriaal writing materials
vergelijkingsmateriaal comparative material