Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vee

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(levende have; veestapel)
🔗 Het meeste vee was al uit de stallen in de wei.
;
brutoj
🔗 Wel klopt de mededeling dat het rundvee in deze streken korte hoorns heeft.
veeboer
(veefokker; veehouder)
rancher
;
cattle‐farmer
;
stock farmer
;
stockman
veedief
cattle‐lifter
;
cattle‐stealer
veedrijver
;
stockman
(veeboer)
rancher
🔗 Veefokkers uit alle delen van de wereld komen hierheen om fokstieren te kopen.
veehouder
(veeboer)
stock farmer
(levende have; vee);
🔗 Zr moeten er heel goed in zijn, want hun veestapel is de laatste jaren enorm toegenomen.

DutchEnglish
veecattle; stock
fokveebreeding‐cattle
hoornveeneat; horned cattle; horned beasts
klapveeclaque
kleinveesmall stock
korthoornveeshort‐horned cattle
melkveemilch cattle; dairy cattle
pluimveebarn‐door fowl; poultry
rundveecattle; neat; horned cattle
slachtveefat stock; slaughter cattle
stamboekveebloodstock; pedigree cattle
stemveevoting mob
veeartsveterinarian; veterinary surgeon; vet
veeboerstockman; cattle‐farmer; stock farmer; rancher; cattle‐breeder
veebootcattle‐boat
veediefcattle thief; cattle‐stealer; cattle‐lifter
veedieverijcattle‐lifting
veedrijverdrover; cattle‐drover
veefokkerrancher; stock‐breeder; cattle‐breeder
veefokkerijanimal husbandry; cattle husbandry; ranch; station; cattle‐breeding; cattle raising; stock‐farm
veehandelcattle‐trade
veehandelaarcattle‐dealer
veehoederherdsman; neatherd
veehoudercattleman; stock farmer
veehouderijanimal husbandry
veekoekoilcake
veemarktcattle‐market
veepestmurrain; rinderpest; cattle‐plague
veestalcowhouse; cowshed; byre
veestapellivestock; stock; stock of cattle
veeteeltanimal husbandry; cattle husbandry; cattle‐breeding; stockbreeding
veetentoonstellingcattle‐show
veevervoercattle transport
veeverzekeringlivestock insurance
veevoedercattle‐fodder; forage
veevoercattle‐fodder; forage
veewagencattle‐truck
veeziektecattle‐plague