English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word square measure

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
measure
; ; ; ;
🔗 Now, we can use this type of event to measure the rate of expansion of the universe.
measure
(measurement; bar)
;
measure
(precaution)
measure
(action; accomplishment; act; deed)
; ; ; ;
(quadratic)
; ;
(plaza; public square; piazza)
(even; paid‐up; quits; acquitted)
in het kwadraat verheffen
;
vierkant maken
(T‐square; carpenter’s square)
winkelhaak
(bring into agreement; reconcile; bring into accord)
in overeenstemming brengen
; ;
tot overeenstemming brengen
(directly; straight; straight ahead; direct)
(acquit; cancel; clear)
;
tweede macht
kvadrato
;
vierkants‐
;

EnglishDutch
square measure vlaktemaat
measure afmeten; de maat nemen; maat; maatregel; maatstaf; mate; meetlat; meten; opmeten; opnemen; regel; toemeten; uitmeten
square <ouderwets en conventioneel persoon>; afkanten; blok; carré; conventioneel; doek; duidelijk; eerlijk; exercitieplein; haak; haaks; hoek; hokje; in het kwadraat verheffen; in het reine brengen; in het vierkant; in orde brengen; kanten; kantrechten; kazerneplein; kloppen; kwadraat; luier; omkopen; ouderwets; overhalen; plein; quitte; recht; rechthoekig; rechtuit; ruit; tablet; tekenhaak; tot de tweede macht verheffen; trut; tweede macht; tweedemachts‐; vak; vakje; vereffenen; verevenen; vierkant; vierkant brassen; vierkant maken; vierkant uitgesneden; winkelhaak