Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word betuiging

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
betuiging (verklaring)	declaration ; proclamation ; statement ; pronouncement ; ruling	deklaro
betuiging (verzekering)	affirmation ; assurance ; certification ; reassurance	certigo
betuiging (uiting; expressie)	expression	esprimo
betuigen	certify	certigi
betuigen (uitdrukken; uiten; uitspreken)	express	esprimi
🔗 In een videoboodschap een dag later betuigde Magill spijt.
bijvalsbetuiging	applause	aplaŭdado
eerbetuiging (eerbetoon)	accolade	respektatesto
liefdesbetuiging (minnarijtje)	affair	amaĵo

Dutch	English
betuiging	⇆ asseveration; ⇆ attestation; ⇆ expression; ⇆ profession; ⇆ protestation
adhesiebetuiging	⇆ declaration of support
betuigen	⇆ assever; ⇆ asseverate; ⇆ attest; ⇆ aver; ⇆ certify; ⇆ express; ⇆ pay; ⇆ profess; ⇆ protest; ⇆ tender; ⇆ testify
bijvalsbetuiging	⇆ acclamation; ⇆ cheer
eerbetuiging	⇆ honour; ⇆ accolade
liefdesbetuiging	⇆ profession of love
vriendschapsbetuiging	⇆ profession of friendship; ⇆ protestation of friendship