Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word uiting
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (betuiging; expressie) | ||
🔗 Nadat heer Ollie uiting aan zijn ontstemming had gegeven, verliet hij de keuken en sloeg krachtig de deur achter zich dicht. | ||
demo ; demonstration ; display | ||
| (uiten) | ; ; register | |
🔗 Het was de voorzitter van de Kleine Club, die aan de lijn was om uiting aan zijn zorgen te geven. | ||
| (betuigen; uitdrukken; uitspreken; uiting geven aan) | ||
🔗 Zij uitten geen enkele bedreiging met wraak. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| uiting | ⇆ enouncement; ⇆ enunciation; ⇆ expression; ⇆ manifestation; ⇆ utterance |
| tot uiting komen | ⇆ find expression |
| uiting geven aan | ⇆ give vent to; ⇆ vent; ⇆ voice; ⇆ give expression to; ⇆ give utterance to; ⇆ give voice to |
| meningsuiting | ⇆ expression of opinion; ⇆ expression of opinions |
| uiten | ⇆ emit; ⇆ enounce; ⇆ enunciate; ⇆ express; ⇆ give mouth to; ⇆ let out; ⇆ utter; ⇆ vent; ⇆ give voice to; ⇆ voice; ⇆ give utterance to |