English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word exercise‐book
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(folder; notebook; volume; fascicule) | ; | |
(notebook) | lerneja kajero | |
🔗 What makes you think the book was stolen? | ||
(order; procure) | ; | |
; ; | ||
🔗 This book is a guide to the PHP language. | ||
(rehearse) | ; | |
(practice) | ; | |
(accomplish; perform; fulfil; execute) | ; ; ; ; ; | |
(make use of; utilize; turn to good account; employ; avail oneself of) | ; ; | |
(enterprise; business; venture) | ||
🔗 Would you deny me this exercise? |
English | Dutch |
---|---|
exercise‐book | ⇆ cahier; ⇆ oefenboek; ⇆ schoolschrift; ⇆ schrift; ⇆ schrijfboek |
book | ⇆ bespreken; ⇆ boek; ⇆ boeken; ⇆ boekje; ⇆ boekwerk; ⇆ cahier; ⇆ een gele kaart geven; ⇆ erbij lappen; ⇆ inboeken; ⇆ inschrijven; ⇆ libretto; ⇆ lijst van weddenschappen; ⇆ map; ⇆ nemen; ⇆ noteren; ⇆ op de bon zetten; ⇆ passage boeken; ⇆ reserveren; ⇆ schrift; ⇆ tekstboekje |
exercise | ⇆ aanwenden; ⇆ aanwending; ⇆ afrijden; ⇆ beoefenen; ⇆ beoefening; ⇆ betrachten; ⇆ betrachting; ⇆ beweging; ⇆ beweging laten nemen; ⇆ beweging nemen; ⇆ bezighouden; ⇆ campagne; ⇆ drillen; ⇆ exerceren; ⇆ exercitie; ⇆ gebruik; ⇆ gebruiken; ⇆ in acht nemen; ⇆ laten exerceren; ⇆ lichaamsbeweging; ⇆ lichaamsoefening; ⇆ manoeuvre; ⇆ oefenen; ⇆ oefening; ⇆ onderneming; ⇆ op de proef stellen; ⇆ operatie; ⇆ opgaaf; ⇆ opgave; ⇆ thema; ⇆ uitoefenen; ⇆ uitoefening; ⇆ zich oefenen |