Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word boeken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(inschrijven; registreren) | ; | |
(aantekenen; opnemen; inschrijven; registreren; vastleggen) | ; register | |
(bespreken; reserveren) | ||
🔗 U mag het gerust nog eens boeken! | ||
🔗 Rusland zwijgt over de strijd bij Avdijivka, maar zegt dat het succes boekt bij het noordelijker gelegen Bachmut, een stad die in mei in Russische handen viel. | ||
dekontigi | ||
(boeken; inschrijven; registreren) | ; ; | |
🔗 De verhalen zijn verteld, het boek kan gesloten worden. | ||
🔗 Op tafel lag een geopend boek, het perkament geel van ouderdom. | ||
🔗 Nou en daar worden dan boeken over geschreven. | ||
(overbrengen) |
Dutch | English |
---|---|
boeken | ⇆ book; ⇆ enter; ⇆ post; ⇆ record; ⇆ register; ⇆ score |
een post boeken | ⇆ make an entry |
in iemands credit boeken | ⇆ place to somebody’s credit |
in iemands debet boeken | ⇆ place to somebody’s debit |
op een nieuwe rekening boeken | ⇆ carry to a new account |
passage boeken | ⇆ book |
succes boeken | ⇆ score a success |
afboeken | ⇆ write off; ⇆ transfer; ⇆ close |
boek | ⇆ book; ⇆ quire |
boekenclub | ⇆ book club |
boekwaarde | ⇆ book value |
inboeken | ⇆ book; ⇆ enter |
omboeken | ⇆ change one’s reservation |
óverboeken | ⇆ transfer |
overbóéken | ⇆ overbook |
volgeboekt | ⇆ booked up; ⇆ booked up to capacity; ⇆ fully booked |