Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beoefening

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(betrachting; uitoefening)
practice
(betrachten; uitoefenen; praktizeren; in praktijk brengen)
🔗 Nu was in de dagen van Faust de magie een kunst die door velen werd beoefend.

DutchEnglish
beoefening cultivation; exercise; practice; study
beoefenen cultivate; exercise; practise; profess; study; follow