English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word empty‐handed

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(void; bare; hollow); ;
🔗 Supermarket shelves are often empty.
(clear); ; ;
(pour out; spill); ; ;
elverŝi
;
malpleniĝi
(hand over); ;
ter hand stellen
(labourer; operative; worker; working man; workman)
🔗 Scales laid a hand on his shoulder.
(convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over); ; ; ;
(veteran; ex‐serviceman)
(indicator)

EnglishDutch
empty‐handed met lege handen
empty hol; ijdel; kaal; laten leeglopen; ledig; ledigen; leeg; leeg fust; leeg raken; leegdrinken; leeghalen; leeghoofdig; leeglopen; leegmaken; leegscheppen; lege fles; lege wagon; legen; lens; lenzen; opdrinken; ruimen; uitdrinken; uithalen; uitmonden; zich uitstorten
hand aangeven; aanreiken; afgeven; arbeider; arbeidskracht; geven; hand; handschrift; handtekening; handvol; kaart; kam; man; overhandigen; overreiken; poot; spel; speler; ter hand stellen; toereiken; voorpoot; wijzer