Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word leeghoofdig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kop)
🔗 De dokter schudde het hoofd.
(rubriek)
heading
(opschrift)
superscription
;
inscription
(aanvoerder; baas; chef; hoofdman; leider); ;
🔗 Hoe lang is meneer Price al het hoofd van de bibliotheek?
(hol; ledig; lens);
void
🔗 Deze mand was niet leeg.
(onbezet; open; vrij)
🔗 De conversatiezaal was niet ver en gelukkig was ze leeg.
(onbewoond; verlaten);
unoccupied
neloĝata

DutchEnglish
leeghoofdig addle‐brained; addle‐headed; empty; feather‐brained
hoofd chief; chieftain; crown; don; executive; forewoman; head; heading; headline; master; mistress; noddle; principal; warden; top; loaf; knob; nut; leader; headlines
leeg blank; chaffy; dead; deserted; empty; flat; inane; unfilled; untenanted; vacant; vacuous; void; spent; idle
leeghoofd nitwit; rattlebrain; empty‐headed person