Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ruimen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (ledigen; legen; lichten; uithalen) | ; | |
| (opruimen; redderen) | ; put in order ; ; categorize ; collate ; ; ; clean up | |
| (verwijderen) | ; | |
🔗 Denk je dat ze Dworkin uit de weg geruimd hebben nadat ze genoeg van hem geleerd hadden? | ||
| (afnemen; wegruimen) | clear away | forigi la manĝilaron |
🔗 We zullen later wel afruimen. | ||
| (verwijderen; wegruimen) | ||
| (opredderen; redderen; ruimen; sorteren) | ; clean up | |
🔗 Toen nuttigde hij een smakelijk klein ontbijt in de keuken alvorens de eetkamer op te ruimen. | ||
| (scheepsruim) | ||
🔗 Het lawaai in het ruim nam toe. | ||
nave | ||
🔗 Ongetwijfeld hebben zij hunne reis voortgezet en vliegen nog immer in het eindeloze ruim, tussen de starren van de Melkweg. | ||
| (breedvoerig; groot; royaal; uitgebreid; uitgestrekt; wijd) | spacious ; ; capacious ; | |
| (afschaffing; eliminatie; verwijdering) | deletion ; deposal ; elimination ; eradication ; removal ; | |
| (afnemen; afruimen) | clear away | forigi la manĝilaron |
🔗 Dan kan Jane komen wegruimen. | ||
| (opruimen) | ; dispense with ; rid ; | |
🔗 Majoor Metcalf was Giles aan het helpen om de sneeuw van de achterdeur weg te ruimen. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| ruimen | ⇆ clear; ⇆ clear away; ⇆ empty; ⇆ evacuate; ⇆ ream; ⇆ veer; ⇆ veer aft; ⇆ void |
| het veld ruimen | ⇆ retire from the field; ⇆ abandon the field; ⇆ leave the field |
| iemand uit de weg ruimen | ⇆ put somebody out of the way |
| uit de weg ruimen | ⇆ smooth over; ⇆ bump off; ⇆ dispose of; ⇆ knock off; ⇆ make away with; ⇆ obviate; ⇆ polish off; ⇆ remove; ⇆ rub out |
| afruimen | ⇆ clear; ⇆ clear away |
| opruimen | ⇆ clean up; ⇆ clean‐out; ⇆ clear; ⇆ clear away; ⇆ clear up; ⇆ discard; ⇆ dispose of; ⇆ have a sort‐out; ⇆ tidy; ⇆ put straight; ⇆ tidy up; ⇆ sell off; ⇆ clear off; ⇆ remove; ⇆ put out of the way; ⇆ make a clean sweep of |
| ruim | ⇆ accommodating; ⇆ ample; ⇆ amply; ⇆ broad; ⇆ broadly; ⇆ capacious; ⇆ catholic; ⇆ comfortable; ⇆ comfy; ⇆ comprehensive; ⇆ copious; ⇆ good; ⇆ hold; ⇆ large; ⇆ liberal; ⇆ loose; ⇆ roomy; ⇆ spacious; ⇆ wide; ⇆ largely; ⇆ plentifully; ⇆ well over; ⇆ upwards of; ⇆ for more than; ⇆ liberally |
| ruimnaald | ⇆ pricker; ⇆ reamer; ⇆ priming‐iron; ⇆ priming‐wire |
| wegruimen | ⇆ clear away |