Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word leegscheppen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hol; ledig; lens);
void
🔗 Deze mand was niet leeg.
(onbezet; open; vrij)
🔗 De conversatiezaal was niet ver en gelukkig was ze leeg.
(onbewoond; verlaten);
unoccupied
neloĝata
(maken)
🔗 Het zegt u niets dat op deze plek heerlijke meesterwerken geschapen zijn.
(hozen); ;
excerpt
; ;
(opscheppen)
shovel
;
(creëren; maken)
🔗 Tom Poes had intussen het heuveltje beklommen waar heer Ollie zijn beeltenis uit graniet had geschapen.
🔗 In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

DutchEnglish
leegscheppen empty; empty out; ladle out
leeg blank; chaffy; dead; deserted; empty; flat; inane; unfilled; untenanted; vacant; vacuous; void; spent; idle
scheppen create; make; scoop; shape; shovel; ladle; hit